Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Numberi 11

Numberi

Index

Hoofdstuk 12

1


 

  Mirjam nu sprak, en Aaron, tegen Mozes, ter oorzake der vrouw, der Cuschietische, die hij genomen had; want hij had een Cuschietische ter vrouw genomen.  

 

 

-

2


 

  En zij zeiden: Heeft dan de HEERE maar alleen door Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door ons gesproken? En de HEERE hoorde het!  

 

 

-

3


 

  Doch de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen, die op den aardbodem waren.  

 

 

-

4


 

  Toen sprak de HEERE haastelijk tot Mozes, en tot Aaron, en tot Mirjam: Gij drie, komt uit tot de tent der samenkomst! En zij drie kwamen uit.  

 

 

-

5


 

  Toen kwam de HEERE af in de wolkkolom, en stond aan de deur der tent; daarna riep Hij Aaron en Mirjam; en zij beiden kwamen uit.  

 

 

-

6


 

  En Hij zeide: Hoort nu Mijn woorden! Zo er een profeet onder u is, Ik, de HEERE, zal door een gezicht Mij aan hem bekend maken, door een droom zal Ik methem spreken.  

 

 

-

7


 

  Alzo is Mijn knecht Mozes niet, die in Mijn ganse huis getrouw is.  

 

 

-

8


 

  Van mond tot mond spreek Ik met hem, en door aanzien, en niet door duistere woorden; en de gelijkenis des HEEREN aanschouwt hij; waarom dan hebt gijliedenniet gevreesd tegen Mijn knecht, tegen Mozes, te spreken?  

 

 

-

9


 

  Zo ontstak des HEEREN toorn tegen hen, en Hij ging weg.  

 

 

-

10


 

  En de wolk week van boven de tent; en ziet, Mirjam was melaats, wit als de sneeuw. En Aaron zag Mirjam aan, en ziet, zij was melaats.  

 

 

-

11


 

  Daarom zeide Aaron tot Mozes: Och, mijn heer! leg toch niet op ons de zonde, waarmede wij zottelijk gedaan, en waarmede wij gezondigd hebben!  

 

 

-

12


 

  Laat zij toch niet zijn als een dode, van wiens vlees, als hij uit zijns moeders lijf uitgaat, de helft wel verteerd is!  

 

 

-

13


 

  Mozes dan riep tot den HEERE, zeggende: O God! heel haar toch!  

 

 

-

14


 

  En de HEERE zeide tot Mozes: Zo haar vader smadelijk in haar aangezicht gespogen had, zou zij niet zeven dagen beschaamd zijn? Laat haar zeven dagen buitenhet leger gesloten, en daarna aangenomen worden!  

 

 

-

15


 

  Zo werd Mirjam buiten het leger zeven dagen gesloten; en het volk verreisde niet, totdat Mirjam aangenomen werd.  

 

 

-

16


 

  Maar daarna verreisde het volk van Hazeroth, en zij legerden zich in de woestijn van Paran.   

 

 

-

Numberi 13

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: