Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 1

Psalmen

Index

Hoofdstuk 2

1


 

  Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid?  

 

 

-

2


 

  De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, zeggende:  

 

 

-

3


 

  Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen.  

 

 

-

4


 

  Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten.  

 

 

-

5


 

  Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken.  

 

 

-

6


 

  Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid.  

 

 

-

7


 

  Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.  

 

 

-

8


 

  Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting.  

 

 

-

9


 

  Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat.  

 

 

-

10


 

  Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde!  

 

 

-

11


 

  Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving.  

 

 

-

12


 

  Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hembetrouwen.   

 

 

-

Psalmen 3

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: