Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Handelingen 13

Handelingen

Index

Hoofdstuk 14

1


 

  En het geschiedde te Ikonium, dat zij te zamen gingen in de synagoge der Joden, en alzo spraken, dat een grote menigte, beiden van Joden en Grieken,geloofde.  

 

 

-

2


 

  Maar de Joden, die ongehoorzaam waren, verwekten en verbitterden de zielen der heidenen tegen de broeders.  

 

 

-

3


 

  Zij verkeerden dan aldaar een langen tijd, vrijmoediglijk sprekende in den Heere, Die getuigenis gaf aan het Woord Zijner genade, en gaf, dat tekenen enwonderen geschiedden door hun handen.  

 

 

-

4


 

  En de menigte der stad werd verdeeld, en sommigen waren met de Joden, en sommigen met de apostelen.  

 

 

-

5


 

  En als er een oploop geschiedde, beiden van heidenen en van Joden, met hun oversten, om hun smaadheid aan te doen, en hen te stenigen,  

 

 

-

6


 

  Zijn zij, alles overlegd hebbende, gevlucht naar de steden van Lykaonie, namelijk Lystre en Derbe, en het omliggende land;  

 

 

-

7


 

  En verkondigden aldaar het Evangelie.  

 

 

-

8


 

  En een zeker man, te Lystre, zat onmachtig aan de voeten, kreupel zijnde van zijner moeders lijf, die nooit had gewandeld.  

 

 

-

9


 

  Deze hoorde Paulus spreken; welke de ogen op hem houdende, en ziende, dat hij geloof had om gezond te worden,  

 

 

-

10


 

  Zeide met grote stem: Sta recht op uw voeten! En hij sprong op en wandelde.  

 

 

-

11


 

  En de scharen, ziende, hetgeen Paulus gedaan had, verhieven hun stemmen, en zeiden in het Lycaonisch: De goden zijn den mensen gelijk geworden, en tot onsnedergekomen.  

 

 

-

12


 

  En zij noemden Barnabas Jupiter, en Paulus Mercurius, omdat hij het woord voerde.  

 

 

-

13


 

  En de priester van Jupiter, die voor hun stad was, als hij ossen en kransen aan de voorpoorten gebracht had, wilde hij offeren met de scharen.  

 

 

-

14


 

  Maar de apostelen, Barnabas en Paulus, dat horende, scheurden hun klederen, en sprongen onder de schare, roepende,  

 

 

-

15


 

  En zeggende: Mannen, waarom doet gij deze dingen? Wij zijn ook mensen van gelijke bewegingen als gij, en verkondigen ulieden, dat gij u zoudt van dezeijdele dingen bekeren tot den levenden God, Die gemaakt heeft den hemel, en de aarde, en de zee, en al hetgeen in dezelve is;  

 

 

-

16


 

  Welke in de verledene tijden al de heidenen heeft laten wandelen in hun wegen;  

 

 

-

17


 

  Hoewel Hij nochtans Zichzelven niet onbetuigd gelaten heeft, goed doende van den hemel, ons regen en vruchtbare tijden gevende, vervullende onze harten metspijs en vrolijkheid.  

 

 

-

18


 

  En dit zeggende, wederhielden zij nauwelijks de scharen, dat zij hun niet offerden.  

 

 

-

19


 

  Maar daarover kwamen Joden van Antiochie en Ikonium, en overreedden de scharen, en stenigden Paulus, en sleepten hem buiten de stad, menende, dat hijdood was.  

 

 

-

20


 

  Doch als hem de discipelen omringd hadden, stond hij op, en kwam in de stad; en des anderen daags ging hij met Barnabas uit naar Derbe.  

 

 

-

21


 

  En als zij derzelve stad het Evangelie verkondigd en vele discipelen gemaakt hadden, keerden zij weder naar Lystre, en Ikonium, en Antiochie;  

 

 

-

22


 

  Versterkende de zielen der discipelen, en vermanende, dat zij zouden blijven in het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen moeten ingaan in het KoninkrijkGods.  

 

 

-

23


 

  En als zij in elke Gemeente, met opsteken der handen, ouderlingen verkoren hadden, gebeden hebbende met vasten, bevalen zij hen den Heere, in Welken zijgeloofd hadden.  

 

 

-

24


 

  En Pisidie doorgereisd hebbende, kwamen zij in Pamfylie.  

 

 

-

25


 

  En als zij te Perge het Woord gesproken hadden, kwamen zij af naar Attalie.  

 

 

-

26


 

  En van daar scheepten zij af naar Antiochie, van waar zij der genade Gods bevolen waren geweest tot het werk, dat zij volbracht hadden.  

 

 

-

27


 

  En daar gekomen zijnde, en de Gemeente vergaderd hebbende, verhaalden zij, wat grote dingen God met hen gedaan had, en dat Hij den heidenen de deur desgeloofs geopend had.  

 

 

-

28


 

  En zij verkeerden aldaar geen kleinen tijd met de discipelen.   

 

 

-

Handelingen 15

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: